De veronderstelling dat een heel stelsel gedwongen kan worden beter te functioneren door een aanval op zijn bewuste onderdelen, verraadt een gevaarlijke onnozelheid. Dit is vaak de onnozele benadering geweest van die mensen die zich wetenschappers en technologen noemen.

De Butlerse Jihad door Harq al-Ada

A

'Hij rent 's nachts, neef,' zei Ghanima. 'Hij rent. Heb je hem zien rennen?'

'Nee,' zei Farad'n.

Hij wachtte met Ghanima voor de kleine gehoorzaal waar Leto hen had geboden aanwezig te zijn. Tyekanik stond terzijde, niet op zijn gemak, met Vrouwe Jessica die er teruggetrokken uitzag alsof ze met haar geest elders was. Het was nauwelijks een uur na het ontbijt, maar er waren al heel wat dingen in beweging gezetaeen sommatie aan het Gilde, berichten aan choam en aan de Landsraad.

Farad'n vond deze Atreides maar moeilijk te begrijpen. Vrouwe Jessica had hem gewaarschuwd, maar toch raakte hij nog in de war van hun realiteit. Ze praatten nog steeds over de verloving hoewel de meeste politieke redenen ervoor verdwenen leken. Leto zou de troon bestijgen; daar scheen weinig twijfel over te bestaan. Zijn vreemde levende huid zou natuurlijk verwijderd moeten worden... maar op den duur...

'Hij rent om zichzelf te vermoeien,' zei Ghanima. 'Hij is de belichaming van Kralizec. Geen wind rende ooit zoals hij rent. Hij is een waas bovenop de duintoppen. Ik heb hem gezien. Hij rent en rent. En als hij zichzelf eindelijk uitgeput heeft, komt hij terug en legt hij zijn hoofd te rusten in mijn schoot. "Vraag onze moeder of ze een manier wil zoeken waarop ik kan sterven," smeekt hij.'

Farad'n staarde haar aan. In de week na de rellen op het plein was in de burcht alles in vreemde ritmen verlopen met geheimzinnig komen en gaan; via Tyekanik, wiens militair advies was gevraagd, hoorde hij verhalen over verbitterde gevechten achter de Pantsermuur.

aIk begrijp je niet,' zei Farad'n. 'Een manier zoeken waarop hij kan sterven?'

'Hij vroeg me jou voor te bereiden,' zei Ghanima. Niet voor de eerste maal werd ze getroffen door de eigenaardige onschuld van deze Prins van Corrino. Had Jessica dat gedaan, of was het iets dat aangeboren was?

'Waarop?'

'Hij is niet langer een mens,' zei Ghanima. 'Gister vroeg je wanneer hij zijn levende huid zou afleggen. Nooit. Die huid is een deel van hem en hij van de huid. Leto schat dat hij misschien vierduizend jaar heeft voor hij door gedaantewisseling vernietigd wordt.'

Farad'n probeerde te slikken met een droge keel. 'Begrijp je nu waarom hij rent?' vroeg Ghanima. 'Maar als hij zo lang zal leven en zoa'

'Omdat hij zo'n rijke herinnering heeft aan het mens-zijn. Denk eens aan al die levens, neef. Nee. Jij kan je niet voorstellen wat het is omdat je er geen ervaring mee hebt. Maar ik weet het. Ik kan me zijn pijn voorstellen. Hij geeft meer dan iemand ooit tevoren heeft gegeven. Onze vader liep de woestijn in, in een poging eraan te ontkomen. Alia werd uit angst ervoor een Gruwel. Onze grootmoeder bezit slechts een heel pril stadium van deze toestand en toch moet ze alle Bene Gesserit kunsten aanwenden om ermee te kunnen levenadat is trouwens ook de inhoud van de opleiding voor Eerwaarde Moeder. Maar Leto! Hij is helemaal alleen en er zal nooit een tweede wezen als hij komen.'

Farad'n was verbijsterd door haar woorden. Vierduizend jaar lang keizer?

'Jessica weet het,' zei Ghanima terwijl ze door de kamer naar haar grootmoeder keek. 'Hij heeft het haar gisteravond verteld. Hij noemde zichzelf de eerste echte lange-termijn-plannenmaker in de geschiedenis van de mensheid.'

'Wat... is hij van plan?'

'De Gouden Weg. Hij zal het je later uitleggen.'

'En hij heeft voor mij een rol in dit... plan?'

'Als mijn partner,' zei Ghanima. 'Hij neemt het teeltprogramma van de Zusters over. Ik ben ervan overtuigd dat mijn grootmoeder je verteld heeft over de Bene Gesserit droom van een mannelijke Eerwaarde met buitengewone vermogens. Hija'

'Je bedoelt dat we alleen maara'

'Niet alleen maar.'' Ze nam zijn arm en drukte die hartelijk en vertrouwelijk. 'Hij zal heel wat verantwoordelijke taken voor ons hebben. Als we tenminste niet bezig zijn kinderen voort te brengen.'

'Tja, je bent nog wel een beetje jong,' zei Farad'n terwijl hij zijn arm losmaakte.

'Maak die vergissing nimmer meer,' zei ze. En haar stem klonk ijskoud.

Jessica kwam met Tyekanik naar hen toe.

'Tyek vertelt me dat de gevechten zich nu tot buiten de planeet hebben uitgebreid,' zei Jessica. 'De Centrale Tempel op Biarek wordt belegerd.'

Farad'n vond dat ze bij deze opmerking vreemd kalm bleef. Hij had de afgelopen nacht met Tyekanik de rapporten doorgenomen. De opstand verbreidde zich als een lopend vuur door het Keizerrijk. Hij zou natuurlijk neergeslagen worden, maar Leto zou een treurig Rijk moeten herstellen.

'Daar komt Stilgar,' zei Ghanima. 'Ze hebben op hem gewacht.' En weer nam ze Farad'n bij de arm.

De oude Vrijmanse Naib was, begeleid door twee voormalige Doodscommando's uit de woestijndagen, binnengekomen door de deur aan de andere kant van de ruimte. Ze waren allemaal gekleed in formele zwarte mantels met witte biezen en ze droegen gele rouwbanden. Ze naderden met standvastige tred, maar Stilgar bleef op Jessica letten. Hij bleef vlak voor haar staan en knikte behoedzaam.

'Jij maakt je nog steeds zorgen over de dood van Duncan Idaho,' zei Jessica. Deze behoedzaamheid in haar oude vriend stond haar helemaal niet aan.

'Eerwaarde Moeder,' zei hij.

Dus }e gaat het zo spelen, dacht Jessica. Geheel volgens de regels en de Vrijmanse wet, waarin bloed heel moeilijk valt uit te wissen.

Ze zei: 'Naar onze opvatting speelde jij slechts een rol die je door Duncan was toebedeeld. Het is niet de eerste keer dat een man zijn leven heeft gegeven voor de Atreides. Waarom doen ze het, Stil? Jij bent er meer dan eens toe bereid geweest. Waarom? Komt het soms doordat je weet hoeveel de Atreides ervoor teruggeven?'

'Ik ben blij dat u geen reden zoekt om wraak te nemen,' zei hij. 'Maar er zijn zaken die ik met uw kleinzoon moet bespreken. Deze zaken zullen ons misschien voor eeuwig van jullie scheiden.'

'Bedoel je dat Tabr hem niet zal erkennen?' vroeg Ghanima.

'Ik bedoel dat ik mijn oordeel opschort.' Hij keek Ghanima koel aan. 'Mijn Vrijmans zijn iets geworden dat mij helemaal niet bevalt,' gromde hij. 'We zullen terugkeren tot de oude levenswijze. Zonder jullie als dat nodig mocht zijn.'

'Enige tijd misschien,' zei Ghanima. 'Maar de woestijn is stervende, Stil. Wat zullen jullie doen als er geen wormen meer zijn en geen woestijnen meer?'

'Dat geloof ik niet!'

'Binnen honderd jaar,' zei Ghanima, 'zullen er nog amper vijftig wormen zijn en dat zijn dan nog zieke exemplaren die in een zorgvuldig in stand gehouden reservaat in leven gehouden worden. Hun specie zal alleen voor het Ruimtegilde bestemd zijn, en de prijs...' Ze schudde haar hoofd. 'Ik heb Leto's getallen gezien. Hij is de hele planeet over geweest. Hij weet het.'

aIs dit een nieuwe list om de Vrijmans als jullie ondergeschikten te handhaven?'

'Wanneer ben jij ooit mijn ondergeschikte geweest?' vroeg Ghanima.

Stilgar keek lelijk. Wat hij ook zei of deed, die tweeling wist het altijd zo te draaien dat hij het mis had!

'Gisteravond heeft hij me verteld over zijn Gouden Weg,' flapte Stilgar eruit. 'Die bevalt me niet!'

'Dat is eigenaardig,' zei Ghanima terwijl ze haar grootmoeder aankeek. 'Het grootste deel van het Rijk zal hem met gejuich ontvangen.'

'Verwoesting van ons allemaal,' mompelde Stilgar. 'Maar iedereen verlangt naar de Gouden Tijden,' zei Ghanima. aIs dat niet zo, grootmoeder?'

'Iedereen,' was Jessica het met haar eens.

'Ze verlangen naar het faraorijk dat Leto hun zal geven,' zei Ghanima. 'Ze verlangen naar een rijke vrede met overvloedige oogsten, veelzijdige handel, een nivellering van iedereen behalve de Gouden Heerser.'

'Het zal de ondergang van de Vrijmans zijn!' protesteerde Stilgar.

'Hoe kan je dat nu zeggen? Zullen we dan geen soldaten nodig hebben en dappere mannen om bij gelegenheid ontevredenheid uit de weg te ruimen? Maar Stil, Tyeks dappere kameraden en jij zullen dat karwei maar nauwelijks aan kunnen.'

Stilgar keek naar de Sardaukar-officier en ze wisselden een vreemde blik uit waarin onderling begrip ontwaakte.

'En Leto zal de specie beheren,' bracht Jessica nogmaals onder de aandacht.

'Hij zal er het absolute beheer over hebben,' zei Ghanima.

Farad'n die luisterde met de nieuwe opmerkzaamheid die Jessica hem had geleerd, hoorde een afgesproken stukje werk, een voorbereide voorstelling van Ghanima en haar grootmoeder.

'De vrede zal duren en duren en duren,' zei Ghanima. 'De herinnering aan oorlog zal bijna verdwijnen. Leto zal de mensheid gedurende minstens vierduizend jaar door die lusthof geleiden.'

Tyekanik keek Farad'n vragend aan en schraapte zijn keel.

'Ja, Tyek?' zei Farad'n.

'Ik zou u graag even onder vier ogen spreken, Prins.'

Farad'n lachte omdat hij wist welke vraag Tyek op zijn krijgershart had en omdat hij wist dat minstens twee andere aanwezigen die vraag ook zagen. aIk zal' de Sardaukar niet verkopen,' zei Farad'n.

'Dat is ook helemaal niet nodig,' zei Ghanima.

'Luister jij naar dit kind?' wilde Tyekanik weten. Hij was diep verontwaardigd. De oude Naib begreep de problemen die door al dit plannen maken werden opgeroepen, maar voor de rest wist niemand een bal van de toestand!

Ghanima lachte verbeten en zei: 'Vertel het hem, Farad'n.'

Farad'n zuchtte. Het was zo makkelijk om de vreemdheid van dit kind dat geen kind was te vergeten. Hij kon zich een leven van met haar getrouwd zijn voorstellen, de heimelijke terughouding bij elke intimiteit. Het was niet helemaal een aangenaam vooruitzicht, maar hij begon de onvermijdelijkheid ervan in te zien. Volledige beheersing van de slinkende specievoorraad! In het heelal gebeurde er helemaal niets zonder specie.

'Later, Tyek,' zei Farad'n.

'Maara'

'Later, zei ik!' Voor het eerst gebruikte hij de Stem tegen Tyekanik en hij zag de man verrast met zijn ogen knipperen en zwijgen.

Een strakke lach verscheen om Jessica's mond.

'Hij praat in de zelfde ademteug over vrede en oorlog,' mopperde Stilgar. 'Gouden Tijden!'

Ghanima zei: 'Hij zal de mensen door de doodscultus naar de vrije sfeer van uitbundig leven leiden! Hij spreekt over de dood omdat dat nodig is, Stil. Het is een spanning waardoor de levenden weten dat ze leven. Als dit Rijk ineenstort... O ja, het zal ineenstorten. Jij denkt dat dit nu Kralizec is, maar Kralizec moet nog komen. En als die komt, zullen mensen een nieuwe herinnering bezitten aan wat het is om te leven. Die herinnering zal blijven bestaan zolang er nog A(c)A(c)n enkel mens leeft. We moeten wederom de vuurproef ondergaan, Stil. En we zullen het overleven. Wij zullen altijd herrijzen uit onze eigen as. Altijd.'

Nu Farad'n haar deze woorden hoorde zeggen, begreep hij wat ze bedoelde toen ze hem vertelde over het rennen van Leto. Hij zal geen mens meer zijn.

Stilgar was nog niet overtuigd. 'Geen wormen meer,' gromde hij.

'O, de wormen komen wel terug,' stelde Ghanima hem gerust. 'Over tweehonderd jaar zullen ze allemaal dood zijn, maar ze komen terug.'

'Hoe...' Stilgar zweeg.

Farad'n voelde een openbaring door zijn geest stromen. Nog voor ze het zei, wist hij wat Ghanima zou gaan zeggen.

'Het Gilde zal de magere jaren nauwelijks doorkomen, en dan nog alleen vanwege hun eigen voorraad en de onze,' zei Ghanima. 'Maar na Kralizec is er weer specie in overvloed. De wormen zullen terugkeren als mijn broeder het zand in gaat.'

A

Zoals ook het geval was met vele andere godsdiensten, verwaterde Muad'Dibs Gouden Levenselixir tot uiterlijke goochelarij. De mystieke tekenen ervan werden louter symbolen voor diepe psychologische processen, en die processen sloegen natuurlijk op hol. Ze hadden een levende god nodig en ze hadden er geen; een toestand die de zoon van Muad'Dib heeft rechtgezet.

Uitspraak toegeschreven aan Lu Tung-pin (Lu, de Gast van de Grot)

A

Leto zat op de Leeuwentroon om het eerbetoon van de stammen in ontvangst te nemen. Ghanima stond een tree lager naast hem. De plechtigheid in de Grote Zaal duurde uren. Stam na Vrijmanse stam trok aan hem voorbij in de personen van hun afgevaardigden en hun Naibs. Elke groep droeg geschenken mee die passend waren voor een god met angstaanjagende vermogens, een god der wrake die hun vrede had beloofd.

Hij had ze de voorgaande week met vrees aan zich onderworpen, toen hij een voorstelling had gegeven voor de verzamelde ari-fa van alle stammen. De rechters hadden hem door een vuurkuil zien lopen en ongedeerd weer te voorschijn zien komen waarna hij hun vroeg hem van dichtbij te bekijken om aan te tonen dat er op zijn huid niets te zien was. Hij had hun opgedragen hem met messen te raken en de ondoordringbare huid had zijn gezicht afgedekt terwijl zij hem zonder enig resultaat staken. Zuren liepen met slechts een uiterst geringe rookontwikkeling van hem af. Hij had hun vergiften opgegeten en hen uitgelachen.

Aan het eind had hij een worm opgeroepen en stond hij hen aan te kijken met zijn rug naar de muil van de worm. Van daar was hij naar de ruimtehaven bij Arrakeen getrokken waar hij onbeschaamd een fregat van het Gilde had omgegooid door een van de landingsvinnen op te tillen.

De arifa hadden dit allemaal met angstig ontzag verteld, en nu kwamen de stamafgevaardigden hun onderwerping bezegelen.

De gewelfde ruimte van de Grote Zaal bevorderde met zijn akoestische demping het opslorpen van scherpe geluiden, maar een voortdurend schuifelen van bewegende voeten drong zich aan de zintuigen op, meedrijvend op het stof en de vuursteenlucht die uit de open lucht naar binnen werden gebracht.

Jessica die had geweigerd dit bij te wonen, keek toe door een hoog spiongat achter de troon. Haar blik viel op Farad'n en ze besefte ineens dat zowel zij als Farad'n buiten spel gezet waren. Natuurlijk waren Leto en Ghanima de Zusters voor geweest! De tweeling kon in hun binnenste een menigte Bene Gesserits raadplegen die groter was dan alle tegenwoordig in het Rijk levende heksen bij elkaar.

Ze was vooral verbitterd over de manier waarop de mythologie van de Zusters Alia in de val had laten lopen. Angst gestoeld op angst! De gewoonten van vele generaties hadden het lot van Gruwel aan haar opgelegd. Alia had geen hoop gekend. Natuurlijk was ze ten onder gegaan. Haar lot maakte de verworvenheid van Leto en Ghanima nog moeilijker onder ogen te zien. Niet slechts A(c)A(c)n manier om uit de val te ontsnappen, maar twee. Ghanima's overwinning over de innerlijke levens en haar aandringen dat Alia slechts medelijden verdiende waren de meest bittere dingen die ze te slikken had gekregen. Ghanima was gered door hypnotische onderdrukking onder hoogspanning, verbonden met de zachte drang van een goedaardige voorouder. Daardoor had ook Alia gered kunnen worden. Maar zonder hoop was er niets geprobeerd voor het te laat was. Alia's water was uitgegoten op het zand.

Jessica zuchtte en verplaatste haar blik naar Leto op de troon. Een reusachtige grafurn met het water van Muad'Dib bezette een ereplaats naast zijn elleboog. Hij had tegen Jessica gepocht dat de vader-in-zijn-binnenste om dit gebaar lachte, maar het tegelijk bewonderde.

Die urn en dat gepoch hadden haar besluit om niet in dit ritueel deel te nemen versterkt. Ze wist dat ze zolang ze leefde, nooit kon accepteren dat Paul door Leto's mond sprak. Ze verheugde zich erover dat het Geslacht Atreides alles had overleefd, maar de dingen-die-hadden-kunnen-zijn waren onverdraaglijk.

Farad'n zat in kleermakerszit naast de urn met het water van Muad'Dib. Dat was de houding van de Vorstelijke Schrijver, een functie die kort geleden was bedacht en aanvaard.

Farad'n vond dat hij zich heel aardig aanpaste aan deze nieuwe realiteiten, hoewel Tyekanik nog steeds tekeer ging en ijselijke gevolgen voorspelde. Tyekanik en Stilgar waren bondgenoten in wantrouwen en dat leek Leto vermakelijk te vinden.

Tijdens de lange uren van de eerbetoon plechtigheid, was Farad'n van eerbiedig ontzag tot verveling tot eerbiedig ontzag vervallen. Deze weergaloze krijgers waren een eindeloze stroom van mensheid. Er bestond geen twijfel aan dat de trouw die ze opnieuw zworen aan de Atreides op de troon, oprecht was. Ze stonden angstig onderdanig voor hem, volledig verslagen door wat de arifa hadden doorgegeven.

Eindelijk naderde de zaak zijn eind. De laatste Naib stond voor LetoaStilgar, op de 'ereplaats in de achterhoede'. In plaats van manden zwaar beladen met specie, vuurjuwelen of een van de andere kostbare gaven die op hopen rond de troon lagen, droeg Stilgar een hoofdband van gevlochten specievezel. In het patroon ervan was met goud en groen de Atreides-havik ingevlochten.

Ghanima herkende hem en keek Leto van opzij aan.

Stilgar legde de hoofdband op de tweede tree onder de troon en boog diep. 'Ik schenk u de hoofdband die uw zuster droeg toen ik haar meenam de woestijn in om haar te beschermen,' zei hij.

Leto onderdrukte een glimlach.

'Ik weet dat je het zwaar hebt, Stilgar,' zei Leto. 'Is er iets dat je er graag voor terug wilt hebben?' Hij wees naar de hopen kostbare geschenken.

'Nee, Heer.'

'Dan aanvaard ik jouw gave,' zei Leto. Hij boog zich naar voren, pakte de zoom van Ghanima's mantel en scheurde een smalle reep af. 'Op mijn beurt schenk ik jou dit stukje van Ghanima's mantel, de mantel die ze droeg toen ze uit jouw woestijnkamp werd ontvoerd zodat ik gedwongen werd haar te redden.'

A

Stilgar pakte de reep stof met een trillende hand aan. 'Drijf je de spot met me, Heer?'

'Met jou de spot drijven? Op mijn erewoord, Stilgar, ik zou jou nooit bespotten. Ik heb je een onbetaalbaar geschenk gegeven. Ik draag je op het altijd dicht bij je hart te dragen als een herinnering aan het feit dat alle mensen zich kunnen vergissen en dat alle leiders mensen zijn.'

Een magere grinnik ontsnapte Stilgar. 'Wat een Naib zou je geweest zijn!'

'Wat een Naib ben ik! Naib der Naibs! Vergeet dat nimmer!'

'Zoals je zegt, Heer.' Stilgar slikte en dacht aan het verslag van zijn arifa. En hij dacht: Eens dacht ik erover hem te doden. Nu is het te laat. Zijn blik viel op de urn die van een bevallig, doorschijnend goud was, ingelegd met groen. 'Dat is water van mijn stam.'

'En van de mijne,' zei Leto. 'Ik beveel je de inscriptie op de zijkant te lezen. Lees het hardop zodat iedereen het kan horen.'

Stilgar wierp Ghanima een vragende blik toe, maar ze beantwoordde de zijne met haar kin in de lucht, een koude reactie die hem deed rillen. Waren deze Atreides-mormels erop uit hem eraan te houden dat hij zich zou verantwoorden voor zijn onstuimigheid en zijn vergissingen?

'Lees het,' zei Leto terwijl hij ernaar wees.

Langzaam beklom Stilgar de treden en hij bukte zich om de urn te bekijken. Even later las hij hardop: 'Dit water is de hoogste wezenlijkheid, een bron van buitenwaarts stromende scheppende kracht. Dit water is, hoe bewegingloos ook, het middel van alle verplaatsing.'

'Wat betekent het, Heer?' fluisterde Stilgar. Hij was diep onder de indruk van de woorden en hij was getroffen op een plek in zijn binnenste die hij niet kon begrijpen.

'Het lichaam van Muad'Dib is een droge huls zoals de afgeworpen huid van een insect,' zei Leto. 'Hij werd de innerlijke wereld de baas, maar minachtte de uiterlijke, en dit leidde tot een ramp. Hij werd de uiterlijke wereld de baas, maar sloot de innerlijke uit en dit leverde zijn nakomelingen over aan de demonen. Het Gouden Elixir zal van Duin verdwijnen, maar het zaad van Muad'Dib leeft voort en zijn water beweegt ons heelal.'

Stilgar boog zijn hoofd. Mystieke zaken brachten hem altijd in hevige verwarring.

'Begin en eind zijn A(c)A(c)n,' zei Leto. 'Je leeft in lucht, maar je ziet het niet. Er is een fase afgesloten. Uit de afsluiting groeit het begin van zijn tegengestelde. Zodoende krijgen we Kralizec. Alles keert later in gewijzigde vorm terug. Jij hebt gedachten in je hoofd gevoeld; je nakomelingen zullen gedachten in hun buik voelen. Keer terug naar Vest Tabr, Stilgar. Gurney Halleck zal zich daar bij je voegen als mijn adviseur in je Raad.'

'Vertrouw je me niet, Heer?' Stilgars stem klonk zacht.

'Volledig, anders zou ik Gurney niet naar je toesturen. Hij zal de nieuwe troepenmacht gaan rekruteren die we spoedig nodig zullen hebben. Ik aanvaard je gelofte van trouw, Stilgar. Je kunt gaan.'

Stilgar boog diep, liep achterwaarts de traptreden af, draaide zich om en verliet de zaal. De andere Naibs sloten achter hem aan volgens het Vrijmanse beginsel dat 'de laatsten de eersten zullen zijn'. Maar tijdens hun vertrek waren een aantal van hun vragen hoorbaar.

'Waar praatte je over daarboven, Stil? Wat betekent dat, die woorden op het water van Muad'Dib?'

Leto sprak tegen Farad'n. 'Heb je dat allemaal, Schrijver?' 'Ja, Heer.'

'Mijn grootmoeder vertelt me dat ze je goed heeft geoefend in de processen der onthoudtechniek van de Bene Gesserit. Dat is uitstekend. Ik wil niet dat je naast me zit te krabbelen.'

'Zoals u beveelt, Heer.'

'Kom eens voor me staan,' zei Leto.

Farad'n gehoorzaamde, meer dan ooit dankbaar voor Jessica's lessen. Als je het feit aanvaardde dat Leto niet langer menselijk was, dat hij niet langer menselijke gedachten kon denken, werd de koers van zijn Gouden Weg steeds beangstigender.

Leto keek op naar Farad'n. De wachters stonden ruim buiten gehoorsafstand. Slechts de raadslieden van de Binnenste Aanwezigheid bevonden zich nog op de vloer van de Grote Zaal en zij stonden ver voor de eerste tree in onderdanige groepjes bijeen. Ghanima was dichterbij komen staan en legde haar arm op de rugleuning van de troon.

'Je hebt nog niet toegezegd dat je mij je Sardaukar zult geven.'

'Ik ben u veel verschuldigd, maar dat niet,' zei Farad'n.

'Denk je dat ze niet goed zouden passen bij mijn Vrijmans?'

'Net zo goed als die nieuwe vrienden, Stilgar en Teyekanik.'

'En toch weiger je?'

'Ik wacht op uw aanbod.'

'Dan moet ik dat aanbod doen want ik weet dat je het nimmer zult doorvertellen. Ik bid dat mijn grootmoeder haar werk goed gedaan heeft, dat je bereid bent om te begrijpen.'

'Wat moet ik begrijpen?'

'Elke beschaving heeft een heersende mystiek,' zei Leto. 'Die ontstaat als een barriA"re tegen verandering en dat laat toekomstige generaties altijd onvoorbereid op het verraad van het heelal. Alle soorten mystiek zijn in dat vormen van die barriA"re gelijkade godsdienstige mystiek, de mystiek van de leider-held, de mystiek van de Messias, de mystiek van wetenschap/technologie, en de mystiek van de natuur zelf. Wij leven in een Rijk dat zo'n mystiek heeft gevormd en nu valt dat Rijk uiteen omdat de meeste mensen geen onderscheid maken tussen mystiek en hun heelal. Zie je, mystiek is net zo iets als bezetenheid door een demon; hij neemt het bewustzijn over en wordt voor de waarnemer alle dingen.'

'In deze woorden herken ik de wijsheid van uw grootmoeder,' zei Farad'n.

'Uitstekend, neef. Zij vroeg me of ik een Gruwel was. Ik gaf een ontkennend antwoord. Dat was mijn eerste verraad. Zie je, Ghanima ontkwam hieraan, maar ik niet. Ik werd gedwongen de innerlijke levens in evenwicht te brengen onder de druk van een overdosis melange. Ik moest de daadwerkelijke medewerking zoeken van die gewekte levens in mijn binnenste. Door dit te doen, vermeed ik de allerkwaadaardigste en koos ik een hoofdhelper die me werd opgedrongen door het innerlijke bewustzijn dat mijn vader was. De waarheid is dat ik noch mijn vader ben, noch deze helper. Maar ook ben ik weer niet de Tweede Leto.'

'Leg uit.'

'Jij bezit een bewonderenswaardige directheid,' zei Leto. 'Ik ben een gemeenschap die beheerd wordt door iemand die heel oud was en buitengewoon machtig. Hij stichtte een dynastie die het drieduizend van onze jaren uithield. Hij heette Haroem en tot zijn bloedlijn verloren ging in de aangeboren zwakheden en het bijgeloof van een nakomeling, leefden zijn onderdanen in een hoogstaand ritme. Ze bewogen onbewust mee met de veranderingen van de seizoenen. Ze brachten individuen voort die gemiddeld een korte levensloop hadden, bijgelovig waren en zich makkelijk lieten leiden door een god-koning. Als geheel beschouwd, waren ze een machtig volk. Hun overleven als soort werd een gewoonte.'

'Dat klinkt mij niet prettig in de oren,' zei Farad'n. 'Mij eigenlijk ook niet,' zei Leto. 'Maar het is het heelal dat ik zal scheppen.' 'Waarom?'

'Het is een les die ik op Duin leerde. Wij hielden de aanwezigheid van de dood als een overheersend spookbeeld aan de levenden hier voor. Door die aanwezigheid veranderden de doden de levenden. De mensen van zo'n gemeenschap zinken weg in hun buik. Maar als de tijd voor het tegengestelde komt, als ze oprijzen, dan zijn ze groot en mooi.'

'Dat is geen antwoord op mijn vraag,' protesteerde Farad'n.

'Je vertrouwt me niet, neef.'

'Dat doet uw eigen grootmoeder ook niet.'

'Met reden,' zei Leto. 'Maar zij berust omdat ze wel moet. Bene Gesserits zijn uiteindelijk altijd pragmatisch. Ik deel hun opvatting over het heelal, weet je. Jij draagt de kenmerken van dat heelal. Jij hebt nog de gewoonte van het leiden, door alles om je heen in te delen in termen van zijn mogelijke gevaar of waarde.'

aIk heb erin toegestemd om uw schrijver te worden.'

'Je vond het vermakelijk en het was een compliment aan je werkelijke aanleg, die van een geschiedkundige. Je bent absoluut geniaal in het lezen van het heden in termen van het verleden. Je bent me bij verscheidene gelegenheden een slag voor geweest.'

'Uw bedekte toespelingen staan me niet aan,' zei Farad'n.

'Goed. Jij bent van een oneindige ambitie tot je huidige lagere status gekomen. Heeft mijn grootmoeder je niet gewaarschuwd voor oneindigheid? Het trekt ons aan als een schijnwerper in de nacht en het verblindt ons voor de uitwassen waarmee het het eindige bezoekt.'

'Bene Gesserit aforismen!' protesteerde Farad'n.

'Maar veel nauwkeuriger,' zei Leto. 'De Bene Gesserit meenden dat ze de loop van de evolutie konden voorspellen. Maar ze zagen hun eigen veranderingen in de loop van die evolutie over het hoofd. Ze gingen ervan uit dat zij stil zouden blijven staan terwijl hun teeltprogramma zich ontwikkelde. Zo'n wederkerige blindheid bezit ik niet. Bekijk mij zorgvuldig, Farad'n, want ik ben niet langer een mens.'

'Daarvan heeft uw zuster me al overtuigd.' Farad'n aarzelde. Toen: 'Gruwel?'

'Volgens de definitie van de Zusters misschien wel. Haroem is wreed en heerszuchtig. Ik heb deel aan zijn wreedheid. Let wel: ik bezit de wreedheid van de boer en dit menselijke heelal is mijn boerderij. Vrijmans hielden vroeger tamme arenden als huisdieren, maar ik ga een tamme Farad'n houden.'

Farad'ns gezicht betrok. 'Pas op voor mijn klauwen, neef. Ik weet heel goed dat mijn Sardaukar op den duur voor uw Vrijmans zouden vallen. Maar we zouden u behoorlijk kunnen verwonden en er liggen jakhalzen op de loer om de zwakken eruit te pikken.'

'Ik zal je goed gebruiken, dat beloof ik je,' zei Leto. Hij boog zich voorover. 'Zei ik niet dat ik niet langer menselijk was? Geloof me, neef, uit mijn lendenen zullen geen kinderen voortspruiten, want ik heb niet langer lendenen. En dit dwingt mij tot mijn tweede verraad.'

Farad'n wachtte stilzwijgend af, nu hij eindelijk begreep waar Leto heen wilde.

aIk zal tegen elke Vrijmanse grondregel ingaan,' zei Leto. 'Ze zullen het aanvaarden omdat ze niet anders kunnen. Ik heb je hier gehouden met als aas een verloving, maar er komt geen verloving van jou met Ghanima. Mijn zuster zal met mij trouwen!'

'Maar ua'

'Trouwen, zei ik. Ghanima moet de Atreides-lijn voortzetten. Dan hebben we ook nog de kwestie van het Bene Gesserit teeltprogramma, dat nu mijn teeltprogramma is.'

'Ik weiger,' zei Farad'n.

'Weiger jij stamvader te worden van een Atreides-dynastie?' ''Wat voor dynastie? U zult gedurende duizenden jaren de troon bezetten.'

'En ik zal jouw nakomelingen vormen naar mijn evenbeeld. Het zal het meest grondige en het meest omvattende teeltprogramma worden uit de hele geschiedenis. We zullen een ecostelsel in het klein zijn. Zie je, welk systeem dieren ook kiezen om te overleven, het moet gegrondvest zijn op het patroon van in elkaar grijpende gemeenschappen, onderlinge afhankelijkheid, samenwerking in het gemeenschappelijke ontwerp dat het systeem is. En dit systeem zal de kundigste heersers voortbrengen die men ooit heeft gekend.'

'U geeft mooie namen aan een uiterst onsmakelijkea'

'Wie zal Kralizec overleven?' vroeg Leto. aIk verzeker je dat Kralizec zal komen.'

'Mens, u bent gek! U zult het Rijk vernietigen!'

'Natuurlijk zal ik dat... en ik ben geen mens. Maar ik zal in alle mensen een nieuw bewustzijn scheppen. Ik zeg je dat er onder de woestijn van Duin een geheime plek is met de grootste schat aller tijden. Ik lieg niet. Als de laatste worm sterft en de laatste melange wordt geoogst op de zandvlakte, zullen deze diep verborgen schatten door ons hele heelal opduiken. En terwijl de macht van het speciemonopolie afneemt en de geheime voorraden van zich doen spreken, zullen in ons hele rijk nieuwe machten verschijnen. Het is tijd dat mensen weer eens leren met hun instincten te leven.'

Ghanima haalde haar arm van de rugleuning van de troon, ging naast Farad'n staan en nam hem bij de hand.

'Zoals mijn moeder geen echtgenote was, zo zul jij geen echtgenoot zijn,' zei Leto. 'Maar misschien zul je de liefde bezitten, en dat zal genoeg zijn.'

'Elke dag, elk ogenblik brengt zijn verandering mee,' zei Ghanima. 'Men leert van het herkennen van die ogenblikken.'

Farad'n voelde de warmte van Ghanima's kleine hand als een indringende aanwezigheid. Hij herkende de eb- en vloedstroming van Leto's argumenten, maar de Stem was niet A(c)A(c)n keer gebruikt. Het was een beroep op de ingewanden, niet op de geest.

'Bied u me dit voor mijn Sardaukar?' vroeg hij.

'Meer, veel meer, neef. Ik bied je nakomelingen het Rijk aan. Ik bied jou vrede.'

'Wat zal het resultaat zijn van uw vrede?'

'Het tegengestelde,' zei Leto spottend, met kalme stem.

Farad'n schudde zijn hoofd. 'Ik vind de prijs voor mijn Sardaukar erg hoog. Moet ik Schrijver blijven, de geheime vader van uw vorstelijke lijn?'

'Dat moet je.'

'Zult u proberen me uw gewoonte van vrede op te dringen?' 'Dat zal ik.'

'Ik zal u elke dag van mijn leven weerstreven.'

'Maar dat is de functie die ik van je verwacht, neef. Daarom koos ik jou. Ik zal het officieel maken. Ik zal je een nieuwe naam geven. Van nu af aan zul jij Doorbreker van Gewoonte genoemd worden, dat is in onze taal Harq al-Ada. Kom, neef, wees niet stompzinnig. Mijn moeder heeft je goed onderwezen. Geef me je Sardaukar.'

'Geef ze maar,' echode Ghanima. 'Hij krijgt ze toch, op de een of andere manier.'

Farad'n hoorde angst om hem in haar stem. Dus liefde? Leto vroeg niet om rede, maar om een instinctmatige sprong. 'Neem ze,' zei Farad'n.

'Voorwaar,' zei Leto. Hij verhief zich van de troon in een eigenaardige vloeiende beweging alsof hij zijn verschrikkelijke kracht heel verfijnd beheerste. Toen stapte Leto omlaag naar het niveau waarop Ghanima stond, draaide haar zachtjes rond tot ze met haar gezicht van hem af stond, keerde zich om en ging toen zelf met zijn rug tegen de hare aan staan. 'Let wel, neef Harq al-Ada. Zo zal het met ons altijd gesteld zijn. Zo zullen we ook staan als we in de echt verbonden worden. Rug aan rug elk bij de ander vandaan kijkend om het ene ding dat we altijd zijn geweest te beschermen.' Hij draaide zich om, keek Farad'n spottend aan en zei op zachte toon: 'Onthoud dat, neef, als je met mijn Ghanima gezicht aan gezicht staat. Onthoud dat als je over liefde en zachte dingen fluistert, als je het meest in de verleiding gebracht wordt door de gewoonten van mijn vrede en mijn tevredenheid. Je rug blijft onbeschermd.'

Hij draaide hun zijn rug toe en beende langs de treden omlaag naar de wachtende hovelingen die hij als satellieten oppikte in zijn kielzog terwijl hij de zaal verliet.

Ghanima greep opnieuw Farad'ns hand, maar haar blik keek nog, lang nadat Leto de zaal had verlaten, door de tegenoverliggende wand in de verte. 'Een van ons twee moest de pijnlijke worsteling op zich nemen,' zei ze, 'en hij was altijd al sterker.'

A

Kinderen van Duin
titlepage.xhtml
Kinderen van Duin_split_000.htm
Kinderen van Duin_split_001.htm
Kinderen van Duin_split_002.htm
Kinderen van Duin_split_003.htm
Kinderen van Duin_split_004.htm
Kinderen van Duin_split_005.htm
Kinderen van Duin_split_006.htm
Kinderen van Duin_split_007.htm
Kinderen van Duin_split_008.htm
Kinderen van Duin_split_009.htm
Kinderen van Duin_split_010.htm
Kinderen van Duin_split_011.htm
Kinderen van Duin_split_012.htm
Kinderen van Duin_split_013.htm
Kinderen van Duin_split_014.htm
Kinderen van Duin_split_015.htm
Kinderen van Duin_split_016.htm
Kinderen van Duin_split_017.htm
Kinderen van Duin_split_018.htm
Kinderen van Duin_split_019.htm
Kinderen van Duin_split_020.htm
Kinderen van Duin_split_021.htm
Kinderen van Duin_split_022.htm
Kinderen van Duin_split_023.htm
Kinderen van Duin_split_024.htm
Kinderen van Duin_split_025.htm
Kinderen van Duin_split_026.htm
Kinderen van Duin_split_027.htm
Kinderen van Duin_split_028.htm
Kinderen van Duin_split_029.htm
Kinderen van Duin_split_030.htm
Kinderen van Duin_split_031.htm
Kinderen van Duin_split_032.htm
Kinderen van Duin_split_033.htm
Kinderen van Duin_split_034.htm
Kinderen van Duin_split_035.htm
Kinderen van Duin_split_036.htm
Kinderen van Duin_split_037.htm
Kinderen van Duin_split_038.htm
Kinderen van Duin_split_039.htm
Kinderen van Duin_split_040.htm
Kinderen van Duin_split_041.htm
Kinderen van Duin_split_042.htm
Kinderen van Duin_split_043.htm
Kinderen van Duin_split_044.htm
Kinderen van Duin_split_045.htm
Kinderen van Duin_split_046.htm
Kinderen van Duin_split_047.htm
Kinderen van Duin_split_048.htm
Kinderen van Duin_split_049.htm
Kinderen van Duin_split_050.htm
Kinderen van Duin_split_051.htm
Kinderen van Duin_split_052.htm